[Puttart, Erasmus]
PUTTART (Erasmus), of Puttaart, schoenmaker van Antwerpen, huwde 7 Nov. 1568 te Frankenthal in de Paltz met Catharina Ruyters, uit welk huwelijk een zoon, eveneens Erasmus, werd geboren, die 7 Oct. 1570 werd gedoopt. Zoowel de moeder als het kind schijnen spoedig gestorven te zijn; althans 9 Dec. 1571 komt weer een huwelijk van Erasmus Puttart voor, ditmaal met Maiken Quetstrois, en 8 Oct. 1572 weer een doop van een Erasmus. Later is Puttart naar Vlaanderen teruggekeerd en predikant geworden. 1579 werd hij aangezocht om naar Kieldrecht te gaan. Maar hij deed dit niet. Zomer 1579 en voorjaar 1580 stond hij te Verrebroek bij Kieldrecht. 1587-99 heeft hij te Ooltgensplaat in Zuid-Holland gestaan; zoodat hij behoord heeft tot het groot aantal predikanten uit de 16e eeuw, dat in het kerkelijk leven van Noord-Nederland het meer besliste der Zuidelijken heeft ingebracht.
Zie: H.Q. Janssen, De kerkhervorming in Vlaanderen I (Arnh. 1868), 271; A. van der Velden, Registres de l' Eglise Réformée de Frankenthal au Palatinat (Brux. 1911-13) register in voce; Reitsma en van Veen, Acta II, 331.
van Schelven