[Pallandt, Andreas, Andries van]
PALLANDT (Andreas, Andries van), Pallant, Palant), overl. tusschen 1554 en 1558, zoon van Andreas I (1478-18 April 1559, stichter van den tak Emael, ambtman van Maastricht en Cortenbach) en Elisabeth v. Orsbeck (overl. 9 April 1509 - dochter van Paul - evenals haar echtgenoot begraven in de Dominikanerkerk te Maastricht) werd beleend met het slot Guesselt te Amby, mogelijk in 1537, ofschoon er al eene verklaring van Andreas over dat slot schijnt te bestaan van 1527 (L. Gale sloot, Inv. des Arch. de la Cour féodale de Brabant II, 254). Evenals zijn vader was Andreas ambtman van Maastricht. Als zoodanig of als schout komt hij voor bij Gachard, Inv. des Archives des Chambres des Comptes II, 319 waar melding gemaakt wordt van rekeningen van hem van April 1541 tot .... 1554 (Diederik of Thieri wordt aldaar p. 318 als zoodanig genoemd); t.a.p. III, 253 als zoodanig in verband met verbeurdverklaringen (22 Dec. 1540-Kerstmis 1541), toegepast op personen, die betrokken waren geweest bij vroeger te Maastricht voorgevallen oproerige bewegingen. En dan ten slotte nog (aldaar IV, 73) van 26 Nov. 1551 tot 16 Jan. 1552.
Met haar man komt zijne gemalin, Catharina Daems, genaamd Passaert, vóór in 1541, als weduwe in 1558 en 1563. Andreas II had nog eene (oudere) zuster, Elisabeth, gehuwd met Johan v. Streithagen, heer te Oud-Valkenburg en leensvoogd te Valkenburg.
Uit het huwelijk van Andreas II en Catharina sproten 1o. Andreas (de zwarte), kanunnik bij St. Servaas in Maastricht. In eene oorkonde van 18 Mei 1563 komt hij als zoodanig voor. Het kanonikaat (met prebende), opengevallen door den afstand van Jeronymus Reymetus, was hem (10 Mei 1547) verleend door paus Paulus III (G. Brom, Arch. in Italië I, No. 329). Trouwens op het jaar 1523 reeds komt Andreas ‘clericus’ voor, als getuige (Publ. Soc. arch. de Limbourg XLII (1906) 139), die echter, om chronologische redenen, moeilijk anders dan als zijn vader of misschien zelfs zijn grootvader kan beschouwd worden. 2o. Erhard (de wijze), 20 Oct. 1581 in het St. Servatiusgesticht opgenomen, nadat hij reeds op 10 Mei 1545 de tonsuur gekregen had. Hij testeerde als kanunnik van 't genoemde sticht op 22 Juli 1579. 3o. Melchior, die ook aandeel bezat in Guesselt, blijkens contract van 22 Mei 1563, gehuwd met Anna v. Piteit (Pité), dochter v. Johan, burgemeester v. Luik (overl. 12 Sept. 1551) en Anna v.