Handel en Zeevaart, alsmede regent van het Dordtsche Gasthuis.
Tal van letter- en oudheidkundige genootschappen vereerden hem met hun lidmaatschap, als de Maatsch. der Ned. Letterk. te Leiden, het Noordbrabantsch Genootsch. v.K. en W., het Thuringsch-Saksisch Verein te Halle, het Bonnsche Verein van oudheidvrienden en de Société royale des Antiquaires du Nord te Kopenhagen.
Van zijn prille jeugd af had Simon Hendrik v.d.N. een bijzondere liefhebberij in het verzamelen van gedenkpenningen en munten, wat hem aanleiding gaf tot soms zeer belangrijke historische en artistieke onderzoekingen. Geleid door zijn goeden smaak, keurde hij in 1830 af dat men toen in 's Rijks Munt de penningen aldaar liet bronzen, in afwijking met de vroegere wijze van doen. Als schrijver gaf v.d.N. eenige belangrijke boekbeoordeelingen, vooral in het maandschrift van prof. van der Chijs, de Vriend des Vaderlands. Ook in de Bijdragen tot Boeken- en Menschenkennis van Schull en van der Hoop schreef hij. Voorts in van der Chijs' Tijdschrift voor algemeene Munt- en Penningkunde (jaarg. 1833-37, 1839 en 43) en in Janssens' Oudheidkundige Mcdedeelingen. Levensberichten heeft hij geschreven over Mr. P.F. Timmers-Verhoeven te Dordrecht (in Hand. Letterk. 1850) en over J.F. Bendorp, mede te Dordrecht (in Alg. Konst- en Letterb. 1850).
V.d. Noordaa was gehuwd met Henriette Louise Grimm.
Zie: van der Chijs in Hand. Letterk. 1851, 56, en Schotel in Konst- en Letterb. 1851, 23.
Zuidema