of de gestrafte vrijgeest. Zinnespel N. 't Fr. van den Heere Molière (Haarl. 1719); Arria en Petus. Treurspel. Uit 't Fr. van mejuffrouw M.A. Barbier (Haarl. 1719); Filida. Herderspet. Onder de zinspreuk A Musis Immortalitas (Haarl. 1720) en Het Dolhuis der Actionisten. Kluchtspel. Gedrukt voor Japikvaer (z. pl. 1720), dat de dwaasheden van den windhandel hekelt.
Voorts leverde hij verscheidene bijdragen in de Verzameling van ernstige en boertige Mengelstoffen in Dicht en Ondicht, 6 dln. (Amsterd. 1726-34), die hij met Merkman en eenige anderen, in navolging van den engelschen Spectator, uitgaf. De stukken, deels vertaald, deels oorspronkelijk, zijn ongeteekend. Onder de brieven van en aan Merkman, die ter haarlemsche stadsbibliotheek berusten (Suppl. cat. bibl. publ. Haarlem. 15), bevindt zich echter een lijst van van Mater's bijdragen.
De gemoedelijke, begaafde jonge man, die door zwakke gezondheid verhinderd werd aan het openbare leven deel te nemen, overleed, ongehuwd, reeds op 32-jarigen leeftijd en werd 26 Oct. 1729 in de Groote kerk te Haarlem begraven. Het strekt hem tot eer, dat hij zich krachtig verzette tegen de verfransching, die niet alleen de zeden, maar ook de taal hoe langer hoe meer verbasterde.
Zie, behalve de reeds genoemde brieven: A.H. Garrer in Onze Eeuw IV (1910), 267; dezelfde, Een haarlemsch dichter uit de 18e eeuw (Haarl. 1910).
H.C. Knappert