medische studiën voleindigd had, bleef hij toch getrouw aan de toonkunst en was hij lid van het kunstminnend gezelschap ‘V.M.’ Hij vestigde zich als heelmeester te Kapelle bij Goes, maar bleef daar slechts één jaar en verhuisde toen naar Middelburg. In 1832 huwde hij met Carolina Lansberg, die in 1856 overleed, waarna hij in 1858 hertrouwde met hare zuster Francisca. In Middelburg kreeg hij eene groote praktijk, zoodat hij op het eiland Walcheren bekend stond onder den naam van ‘perfester’, maar hij oefende ook de geneeskunde uit, waardoor hij niet alleen met zijne collega's maar ook met den rechter in botsing kwam. In Febr. 1858, werd hij veroordeeld tot een geldboete, omdat hij een geval van kinderziekte behandeld had en in Oct. werd dit vonnis door den Hoogen Raad bevestigd. Nadat hij reeds was aangesteld als chirurg van het burgerlijk gasthuis, werd hij in Aug. 1856 benoemd tot lector in de heelkunde aan de klinische school.
Met den vooruitgang van de wetenschap en de toepassing van nieuwere methoden van behandeling en onderzoek rekening houdende, was hij de eerste die in Middelburg de aether-narcose toepaste en den keelspiegel aanwendde. Voor zijne theoretische lessen gaf hij zich ook veel moeite en met J.C. de Man legde hij den grondslag voor het Armamentarium chirurgicum, dat veel gewijzigd en uitgebreid tot eene belangrijke verzameling voor het gasthuis is geworden. Hij had zich steeds beziggehouden met de beoefening van de muziek en op een der vergaderingen van het Zeeuwsch genootschap zette hij in eene verhandeling de waarde van de toonkunst bij de behandeling van sommige ziekten uiteen.
Slechts enkele geschriften liet hij na, t.w. Verhandeling over de geconsolideerde beenbreuk in Nederl. Lancet, III (1841) en Verslag van de chirurgische kliniek en polikliniek aan de geneeskundige school te Middelburg over een zevental jaren van Aug. 1856-63 in Ned. Tijds. v. Geneesk. 1863, 689.
Simon Thomas