oprichters van de Nederl. Vereeniging voor psychiatrie, fungeerde hij gedurende de jaren 1876-1880 als haar voorzitter en bij het 50-jarig bestaan, werd hij benoemd tot eere-lid.
Enkele geschriften liet hij na: J.A. Mulder, Verhandeling over het scheelzien, enz. Met pl. uit het latijn vert. (Utr. 1841); Geschiedenis van het krankzinnigengesticht te Utrecht, (Utr. 1863); De krankzinnigenverpleging in het departement der Seine, in Ned. Tijds. v. Geneesk. 1867, II, 153; Rapport over psychiatrisch onderwijs (16 Dec. 1865), Ibid. 1894, II, 780, 1080; Rede ter gelegenheid der feestelijke viering van het 100-jarig bestaan van het Utrecht's geneeskundig Genootschap ‘Matthias van Geuns’ met portr. (Utr. 1893).
Zie over hem: Psychiatrische bladen, VII, 327.
Simon Thomas