[Lentulus, Thomas]
LENTULUS (Thomas), of van Lenth, was kanunnik van St. Steven te Nijmegen, toen hij zich in 1554 te Keulen bij de Jezuïeten aansloot.
Over Weenen reisde hij naar Rome en kwam er 15 Oct. aan in gezelschap van een anderen nijmeegschen kanunnik, Henricus Denijs (Dionysius) die zich eveneens in de orde had begeven. 9 Juni 1556 vertrok hij met 17 andere Jezuïeten naar Ingolstadt, om daar op verzoek van hertog Albrecht V van Beyeren een college te beginnen. Lentulus werd als eerste rector aangesteld, doch bleek voor die bediening minder geschikt. In 1558 begaf hij zich in de Karthuizer-orde, doch verliet ze weer spoedig en ging in April 1559 met zijn stadgenoot en vroegeren medekanunnik, pater Dirk Canisius, over Keulen naar Nijmegen, om er eenige familiezaken te regelen. Hij keerde echter niet meer in de orde terug en aanvaardde weer zijn kanonikaat als vroeger. Bij den overgang van het stadsbestuur in 1579 week hij uit, gelijk blijkt uit een brief uit Luik van 28 Aug. 1580 aan zijn zuster Geritgen, wede. van Arndt van Rijswijk. In 1586 komt hij als ‘escolastre’ te Nijmegen voor (Archief aartsbisd. Utrecht VI, 340). Van zijn verdere lotgevallen is niets bekend. Brieven van aan en over hem zijn te vinden in Monumenta histor. Soc. Jesu: Lainii Monumenta t. I, II, III.
Zie verder in de Regist. i.v. Thomas of Lentulus van Monum. hist. s.j.: Ignatii Epistolae VII, Epistolae mixtae V; Hansen, Rheinische Akten zur Gesch. des Jesuitenordens (Bonn, 1896); Braunsberger, Canisii Epistulae et Acta III.
van Miert