onder een brief, welken burgemeester Dirk de Vries op 4 Dec. 1572 aan de burgerij van Haarlem zond, om onder belofte van genade haar te bewegen zich vrijwillig aan don Frederik over te geven, en niet het lot van Naarden te ondergaan. Toen de ellende in Haarlem ten hoogste was gestegen (11 Juni 1573), wenschten sommige burgers dat men, om nog tot gunstige voorwaarden bij de overgave te geraken, de hulp zou inroepen van katholieke medeburgers, die in het kamp van den Spanjaard vertoefden, en bepaaldelijk van den deken van het kapittel. Deze betoonde zich daartoe bereid maar werd door de onverzoenlijken onder de burgerij afgewezen. Op het einde van 1573 moet hij gestorven zijn; de juiste datum is niet bekend, maar zeker na 25 Nov. van dat jaar, want toen onderteekende hij nog als deken de statuten van het kapittel, welke door Godfried van Mierlo in het Zijlklooster te Haarlem werden uitgevaardigd.
Over hem: Bijdr. bisd. Haarlem I, 11, 12, 15; v. Heussen, Hist. Ep. Harlemensis 26, 27; Batavia Sacra II, 216; Schrevelius, Harlemum, 94; Schrevelius, Beschr. der stad Haarlem 178.
Hensen