[Laren, Joos van]
LAREN (Joos van) ( ), geb. te Vlissingen, 16 April 1621 en te Hoek in 1653 gestorven, broeder van den apotheker Johannes (21 Dec. 1613 geb., 21 Maart 1648 gest.) en zoon van Joos (2) en Sara Baggaert, bezocht van 9 April 1631 de latijnsche school van Tobias Schemeringius te Vlissingen, begon 2 Juni 1638 met nog eenige anderen onder leiding van zijn vader zich in de theologie te bekwamen, ging 2 Sept. 1640 naar de universiteit te Utrecht, in welke stad hij eerst op de Ganzenmarkt en daarna op 't Oudkerkhof zijn kamers heeft gehad en was daarna achtereenvolgens predikant te Ovezande en Driewegen (19 Mei - 21 Sept. 1642) en te Mamitsfort of Hoek. 9 Juni 1643 trouwde hij met Tanneken Leenaerts, die 3 Maart 1651 stierf. Uit dit huwelijk werden drie kinderen geboren. Van dezen van Laren zal wel het hs.: Predicatiën over verscheidene texten, openbaerlick gepredikt in de gemeynte die Christo Jesu vergaderl wert op den Hoeck (1650) zijn, dat zich in de Bibliotheek der Maatschappij van Nederl. Letterkunde te Leiden bevindt. Eveneens in hs. liet hij waarschijnlijk ook nog een vertaling der profetiën van Jesaja na.
Zie: J. Meyhoffer, Le pasteur Josse van Laren (Brux. 1910) 64-68, 121, 122; Kerkhistorisch Archief, 1849, 71.
van Schelven