[Koning, Cornelis de]
KONING (Cornelis de), zoon van Leendert de Koning, geb. te Bloemendaal 8 Oct. 1758, gest. te Haarlem, 18 Nov. 1840. Hij vestigde zich al vroeg in Haarlem waar hij sedert ambteloos bleef wonen; hij was een invloedrijk man in het departement Haarlem der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Hij schreef veel in den Recensent ook der Recensenten en was ook gelegenheidsdichter. Van zijn geschriften is veel te vinden in zijn Geschied- en letterkundige mengelingen (Haarl. 1814). Voor de geschiedenis van Nederland gaf hij De voornaamste levenswijzen en gewoonten hier te lande tot aan 't einde der XVIde eeuw (Haarl. 1810) en een Nederlandsche geschiedenis (Leiden 1810). Maar zijn voornaamste arbeid was Tafereel der stad Haarlem en derzelver geschiedenis van de vroegste tijden af op den tegenwoordigen tijd (Haarl. 1807, 1808, 4 dln.), waaruit hij zelf maakte een Beschrijving der stad Haarlem voor jongelieden (Haarl. 1809). Zeer veel waarde heeft dat alles niet meer.
Zie: Alg. Konst en Letterb. 1840, II, 340 vlg.; Hand. Lett. 1841, 18 vlg.
Brugmans