[Koning, Johannes]
KONING (Johannes), geb. te Dordrecht 19 Sept. 1819, overl. te Hilversum, was de zoon van Johannes Koning en Adriana de Zwaan. Hij beoefende de dichtkunst voor uitspanning, en gaf zijn verzen meest uit voor liefdadige doeleinden, of bij feestelijke gelegenheden. Hij schreef o.a. Feestgroet, gebracht door het Dordrechtsche Muziekkorps der Artillerieschutterij en het Tooneelgezelschap Thalia aan de Maatschappij de Vrije Kunst te Antwerpen, 13 Sept. 1874; Aan Dordrecht z.j. (1847); Feestzang uitgeg. ten voordeele der Vereeniging tot verbetering van Kinderbewaarplaatsen (z.j.).
Uit M.S. Aant.
van Dalen