[Horner, Ludwig]
HORNER (Ludwig), geb. 1 Maart 1811 in Zürich, overl. 7 Dec. 1838 te Padang (Sumatra), was de zoon van den Züricher Stadtrath Melchior Horner, toonde reeds vroeg liefde voor natuurwetenschappen, en besloot daarom medicijnen te gaan studeeren. Dit deed hij gedurende drie semesters (Paschen 1830- Sept. 1831) in Heidelberg, waar hij onder invloed van von Leonhard kwam en zijn neiging tot mineralogie en geologie zich krachtig ontwikkelde, en één semester (Sept. 1831 - Mei 1832) te München, waar hij 23 Mei 1832 artsexamen aflegde. Na een studiereis keerde hij Sept. 1832 in Zürich terug, waar hij bleef wonen, in afwachting tot de gelegenheid zich zou voordoen, een groote reis te kunnen ondernemen. Ten slotte besloot hij zelfstandig op reis te gaan (Mei 1834), om in de tropen voor musea en privaatgeleerden natuurvoorwerpen te gaan verzamelen; hij ontving daartoe een krediet van de Naturforschende Gesellschaft in Zürich. Van Zürich trok hij naar Amsterdam, waar hij zijn plannen in zoover wijzigde, dat hij begin Aug. examen deed voor officier van gezondheid, en als zoodanig 23 Maart 1835 naar Indië vertrok. Maar nog voor zijn vertrek kreeg hij, door de hulp van Temminck en Schlegel te Leiden, zijn aanstelling als lid van de Indische Natuurkundige Commissie, in te gaan na aankomst te Batavia, dat hij 9 Juli 1835 bereikte. In het gevolg van den G.-G. Baud maakte hij verschillende reizen over Java, daarna trok hij naar Bandjermassin, voornamelijk voor het onderzoek naar het voorkomen van diamant en goud aldaar, vervolgens na een kort verblijf op Java, naar Padang (Juni 1837), van waaruit hij langs de geheele westkust van Sumatra, geologische onderzoekingstochten deed, en waar hij 7 Dec. 1838 ten
gevolge eener hevige dysenterie overleed.
Horner's publicaties hebben bijna alle betrekking op geologie en mineralogie en zijn te vinden in Leonhards Jahrbuch 1838, in Verhand Batav. Genootsch. XVII en Tijdschr. v. Ned.-Indië Jrg. II, d. II.
Zie: XVII. Neujahrsblatt zum Besten des Waisenhauses in Zürich für 1854, waarin portret.
Sirks