[Hoofman, Cornelis]
HOOFMAN (Cornelis), jongste zoon van Joost Hoofman en Sara van Amerongen, werd 28 Nov. 1672 te Haarlem geboren. Terwijl zijn oudere broeder Willem voor den handel werd opgeleid, ging Cornelis studeeren: 9 Sept. 1691 werd hij als student in de rechten te Leiden ingeschreven en promoveerde er tot doctor in de beide rechten. Na eenigen tijd de rechtsgeleerde praktijk te hebben uitgeoefend, ging ook hij in den handel. Hij vertrok naar Koningsberg om er een handelshuis te vestigen, dat hij tot grooten bloei bracht.
Geletterd man, deed hij in liefde voor zijn moedertaal niet onder voor zijn, meer bekende, oudere zuster Elisabeth Koolaart-Hoofman (zie dit deel). Daarvan getuigen zijn Amintas, Bosch- Tonneel-Spet van Torquato Tasso. Uit het Italiaansch vertaald (Amst. 1711, gedr. te Koningsb.), een navolging in rijmelooze verzen, en zijn Adelheide, Bosch-Tonneel-Spel (Amst. 1717). Na een opvoering van Andreas Gryphius' Papinianus bijgewoond te hebben, besloot hij zijn reeds half voltooid treurspel van dien naam af te maken.