der Neederlantsche Vrijheid bezong. Reeds vroeger was zijn Orestes en Hermione. Treurspel (Haarl. 1725) verschenen en in het bundeltje Laurier-Krans gevlogten om 't Hoofd van Laurens Koster, eerste uitvinder der Boekdrukkonst binnen Haarlem (Haarl. 1726) werd zijn gedicht Op het beeldtenis van Laurens Koster, Vernieuwd in den Jaare 1726 opgenomen. In 1731 verscheen een herdruk van dezen bundel, vermeerderd met Hessen's Parnas Vreuchden over het derde Eeuwjaar van de geboorte der Drukkunst, 1428 door Laurens Koster ‘reeds in 1728 geschreven en nu eerst in druk gebracht tot vermeerdering van Laurens Kosters Laurierkrans’, zooals in het gildeboek der haarlemsche boekdrukkers staat opgeteekend. Twee jaar later gaf hij uit 't Leyden en sterven van Jezus Christus in 12 Boeken. Heldendicht (Haarl. 1733), waarop hij liet volgen Flora in 't Lazarushuis. Kamerspel (Haarl. 1737) en Beleegering van Haarlem, versiert met vertooningen. Treurspel door 't Kunstgenootschap In Liefde Bovenal (Haarl. 1739). Behalve afzonderlijk verschenen gelegenheidsdichten en De Eeuwige Eerezuyl zijn verder nog van hem overig Zinspeelende Liefdens Gezangen, verdeeld in achtentwintig stukken, op muzyk gebracht door Willem Vermooten (Haarl. 1741).
Hessen's naam wordt genoemd in Langendijk's Blaaskakeriana (Ged. IV, 344), waar Apollo 's mans schim oproept:
Kom Bollebakker vande goden
O Willem Hessen! 'k Zal u nooden
Dat Gij op uwen horen toet,
Op de uitvaard van dit heldenbloed.
en waar in een noot wordt opgemerkt dat deze bakker ‘Zwaanenburg in winderige rijmen navolgde.’
Zie: C.H.Ph. Meyer, Pieter Langendijk. Zijn leven en werken (den Haag 1891, 492); Gem. archief van Haarlem.
H.E. Knappert