[Haeften, Dirk van (2)]
HAEFTEN (Dirk van) (2), heer van Gameren, ambtman te Zalt-Bommel, zoon van Johan van Haeften (1) en Lucia of Lucretia, eene natuurlijke dochter van Reinoud van Brederode. Hij is voor, of in het jaar 1579 overleden. Hij was opgenomen in het Verbond der Edelen en teekende Febr. 1568 met andere verbondenen een geschrift tot voortzetting van den oorlog, waarvoor hij 100 gouden kronen beschikbaar stelde. Hij werd na inlichtingen, door het Hof van Gelderland verstrekt (10 Juni), tegen 20 Juni te Antwerpen gedagvaard, omdat hij den prins van Oranje en Hendrik van Brederode had gesteund. Hij werd bij verstek veroordeeld tot verbanning en verbeurdverklaring van zijne goederen. Hij streed onder Hendrik van Brederode en wist 1 Aug. 1572 Bommel tot de zijde van den opstand te doen overgaan, waarna hij door den Prins tot bevelhebber der stad werd aangewezen. In Maart of April 1577 stond hij aan het hoofd van een legerafdeeling, welke door den toenmaligen gouverneur van Bommel werd ontbonden, waarover hij zich bij den Prins beklaagde. Hij was gehuwd met Margaretha van Duivenvoorde, bij wie hij geen kinderen had.
Zie: Le Petit, Grande Chronique de Hollande etc. (Dordt 1601), IX, 245; M. Gargon, Walchersche Arcadia (Leiden 1715), I, 272-278; Sententiën van Alva (Amsterd. 1735), 128, 138; van Loon, Beschrijving der Nederl. Historiepenningen I, 105; te Water, Hist. van het verbond der Edelen (Middelb. 1776) II, 114, 434; III, 536; IV 66, 438; Wagenaar, Voderl. Hist. VI, 255; Beschrijving der stad Bommel door een Geldersch Rechtsgeleerde G. van Hasselt) (Amst. 1765) 197; G.v. Hasselt, Stukken voor de vaderl. historie (Arnhem