GULPEN (Willem van) werd bij open brieven der Spaansche regeering te Brussel d.d. 10 Juli 1572 benoemd tot provisioneel gouverneur van het oude hertogdom Limburg en de drie landen aan Overmaas. In 1568 komt hij onder zijn voorganger Jan graaf van Oost-Friesland voor als luitenant-stadhouder; sinds 1562 was hij drossaard, kastelein en stadhouder der leenen van Limburg, wat hij bleef tot zijn dood. In 1567-70 had hij veel werk met de volgelingen der nieuwe leer in het land van Limburg, gelijk blijkt uit de stukken door J. van Vloten uitgegeven in de Publications de Limbourg IX (1872) 248-268. 19 Juli 1569
[pagina 685]
[p. 685]
schreef hij een brief aan den Raad van beroerten, dezen verzoekend hem in te lichten over hetgeen hij moest doen met eenigen van de nieuwe leer, die gewapend in zijne handen waren gevallen.
Zie: J. Habets in Publications de Limbourg XIV (1877) 197.
Auteursrecht onbekend