[Gulik, Willem van]
GULIK (Willem van), gen. dejongere, proost van het kapittel van St. Servaas te Maastricht, overl. 1304, zoon van Willem graaf van Gulik en Maria dochter van Gui de Dampierre, graaf van Vlaanderen. Hij was ook kanunnik en aartsdiaken van Luik. Als proost van St. Servaas verschijnt hij in het verdrag van 1301 met het kapittel over de rechten van den proost. Men zegt soms, dat hij tot aartsbisschop van Keulen werd gekozen in mededinging met een kanunnik van deze metropolitaankerk, doch hij komt in de lijst der aartsbisschoppen niet voor. Toen zijn neef Jan van Dampierre, graaf van Vlaanderen en Namen, in 1302 den opstand der Vlamingen tegen Philips den Schoone van Frankrijk te Namen vernam, zond hij in der haast den proost, beter krijgsoverste dan geestelijke, tot hen als hoofd en onder diens geleide vermeesterden zij vele plaatsen rondom Brugge. Ondanks zijn grooten moed moesten de Vlamingen het in 1304 afleggen tegen de Franschen in den slag van Mons en Puelle, maar het was gedeeltelijk zijn dood, die den Franschen de overwinning bezorgde.
Zie: J. de Theux de Montjardin, Le chapitre de St. Lambert à Liége (Brux. 1870-71) II, 5-6.
Flament