[Groot, Dirk Albertus de]
GROOT (Dirk Albertus de), broeder van prof. P. Hofstede de Groot (II kol. 530), geb. te Pieterburen 22 Sept. 1796, gest. te Groningen 2 Dec. 1878, gesproten uit de refugié's-familie Le Grand, was de zoon van Cornelis Philippus de Groot en Anna Geertruida Hofstede. Hij studeerde te Groningen, waar hij met de beantwoording van een prijsvraag het gouden eermetaal verwierf. Hij was predikant te Eppenhuizen (1821-23), Woltersum (1823-28), Vries (1828-31), Sneek (1831 - 2 Juni 1866). Hij was een warm vriend der zending en ontving een benoeming als director van het Nederl. Zendelinggenootschap, waarvoor hij echter bedankte. Hij gaf in het licht: Leerrede ter gedachtenisviering van zijn 25 jarige evangeliebediening (Sneek 1846); Dankrede bij de vervulling van zijn 25 jarige evangeliebediening in Sneek (Sneek 1856); Leerrede over het aan Christus toegewijd leven en het winstgevend sterven ter gedachtenis van Ds. H. Oolgaardt (Sneck 1858). Als emeritus ging hij naar Groningen en woonde aldaar op de bovenwoning van zijn broeder.