[Gronsveld, Jan II van]
GRONSVELD (Jan II van), zoon en opvolger van Hendrik I en Mechtildis van der Heyden, gen. Bongart (kol. 678), 1374 (?) - 25 Aug. 1386. ‘Le lignage de Gronsveld se distingue particulièrement à cette époque par ses instincts querelleurs’ zegt de geschiedschrijver, aan wien wij de levensbizonderheden der Gronsvelds ontleenen, baron de Chestet de Haneffe.
Sinds het jaar 1349 was Jan, of waarschijnlijk een ander lid der familie, in bloedige verwikkelingen met ridder Andries Koilputz en zijn vrouw Cunegondis van Aldenroide over goederen voortgekomen van den gemeenschappelijken oom zijner vrouw, de vrouwe van Kastelholz, zuster van de moeder van voornoemde Cunigondis. Die goederen werden gerechtelijk aan den neef zijner vrouw Andries toegewezen en Jan van Gronsveld noodzaakte den pastoor van die plaats in zijne preek bekend te maken, dat den boeren, welke deze goederen durfden bebouwen, de voeten en vuisten zouden afgesneden worden! Hij doodde met eigen hand een der dienaren van zijn tegenstander en verbrandde 's nachts een zijner hofsteden; die verbrandde hem er eveneens een. In 1351 werd de zaak voor het landvredegerecht gebracht door Koilputz en zijn vrouw. Gronsveld, die, men lette wel, drossaard was van 's Hertogenrade, bracht tot zijn verdediging bij, dat zijn tegenstander met zijn bondgenooten het grondgebied der stad 's Hertogenrade hadden overrompeld, die aan zijn zorgen was toevertrouwd en eigenlijk maar een straatroover was en dat hij, drossaard, door zijne woning in brand te steken, had gemeend zijn plicht te doen jegens zijn meester, den Hertog van Brabant, wien de Keizer het toezicht over de verbindingen tusschen Maas en Rijn had opgedragen. Daarna had Jan II twist met de stad Keulen, in 1365 door een verdrag voor het landvredegerecht beëindigd; vervolgens doodde hij in een twist met de gebroeders Bruch van Husen en Jan Leffeleir van Pattern, Adam van Husen en Daniel van Wolfrode. Hem, die de breede lijst zijner twisten wil lezen, verwijzen wij naar de Publications. Onder al dat vechten door werd zijn rol in deze streken hoe langer hoe belangrijker. De Hertog en Hertogin van Brabant
verpandden hem 4 Oct. 1370 de domeinen van Eysden (land van Valkenburg) en Cadier (land van Daelhem), met hooge en lage justitie. Hij nam 22 Aug. 1371 deel aan den slag van Baesweiler, door den hertog van Brabant verloren tegen Willem, hertog van Gulik. Hertog Wenceslaus had nu zooveel geld uit te keeren aan zijn edellieden, die hun vrijheid hadden moeten koopen door een rantsoen, dat de domeinen van zijn huis een voor een te gelde gemaakt moesten worden en weer kwam de heer van Gronsveld hem te hulp, door te belooven, dat als hij voor hem kwam te sterven, Eysden en Cadier kosteloos aan den Hertog en Hertogin zouden terugkeeren. Ook schoot hij (10 Oct. 1375) geld voor op het kasteel van Wassenberg, waarvoor hij 21 October 1375 tot ambtman was aangesteld, welke stad en heerlijkheid met het kasteel van Elmsheim hem voor zijn leven waren toevertrouwd. Van zijn moederlijken oom Godart van der Heyden, zonder kinderen gestorven 5 Dec. 1373, erfde hij de heerlijkheid Heyden en werd daardoor leenman van den overwinnaar van Baesweiler, den hertog van Gulik. Bij het herstel van den landvrede 28 Maart 1376 was Jan van Gronsveld een der scheidsrechters, benoemd door den