[Graaff, Servaas van de]
GRAAFF (Servaas van de), geb. te Dordrecht 22 Juni 1757, overl. te 's Gravenhage na 1809, was de zoon van Corstiaan van de Graaff en Maria Lotzy. Tijdens de woelige dagen der patriotsche beweging schreef hij verzen in dien geest, o.a. Lijktraanen over het smarelijk afsterven van een vader des vaderlands den Weledelen Gestrengen Heere Mr. Johan de Witt (Dordr. 1783). In de Vaderlandsche Dichter of Verzameling van Gedenkstukken der vrijheidsliefde (Haarlem 1784) komen een drietal gedichten van hem voor. Hij was lid van de schutterij der kloveniers, en schreef als zoodanig: Ter gelegenheid van het plechtig Trouwzweeren der edele manhafte Schutterij van St. Joris en Edele Voetboog aan de Regeering van Dordrecht op den 23 van Sprokkelmaand 1785, en Aan de Heeren Leden van de manhafte Schutterij der Kloveniers te Dordrecht Ter gelegenheid, dat dezelve haare eerste vuuring in het Veld verrigte op den 28 Juny 1786 (In: Mengelwerk van het Dordrechts Gedenkboek II, 505; Dordr. 1786).
Hij huwde 19 Dec. 1786 met Elisabeth Maria van Rije en vestigde zich vóór 1799 te 's Gravenhage, waar hij een drukkerij oprichtte en o.a. uitgaf: Triomphzangen en Triomphzang voor de Batavieren door V.S. ('s Grav. 1799).
Verder schreef hij eenige werken van geschieden aardrijkskundigen aard: Onderzoek naar de oorzaak der Vredebreuk van Groot- Brittannië met Frankrijk ('s Grav. 1805); Historisch Statistische Beschrijving van het koninkrijk Holland (Amst. 1807, 3 dln. met kaarten en platen); Statistische beschouwing van Portugal ('s Grav. 1807); Statistiesch overzigt van Oost-Vriesland en Jever ('s Grav. 1808); Staat- en Aardrykskundige Schets van het koninkrijk Spanje en der Spaansche kolonien (Amst. 1809).
Zie: van der Aa, Nieuw Biogr. Wdb. van Ned. Dichters.
van Dalen