siol. de nervo sympathico. Hij vestigde zich als geneesheer te Rotterdam en hield zich daar, behalve met zijne geneeskundige praktijk, ook bezig met studiën op het gebied der natuurwetenschappen; zijn bezoek aan Pasteur was een bewijs van het levendig belang, dat hij stelde in diens ontdekkingen. Hij was innig overtuigd van de vruchtbare verbinding der studie met de medische wetenschappen in ruimeren zin. Hiervan gaf hij ook blijk door zijne medewerking bij de stichting van de Maatschappij tot bevordering der geneeskunst en zijn deelneming aan de redactie van het tijdschrift, door deze vereeniging uitgegeven, waarin voorkomt: Verslag van de werken aangaande de geschiedenis der geneeskunde, statistiek, en het algemeene der geneeskundige wetenschappen, in Tijds. v.d. Ned. Maats. t.b.d. Geneesk., 1853, IV, 2de afd., 133; hetzelfde, Ibid. 1854, V, 263, hetzelfde, Ibid. 1856, XII, XXVII. Verder verscheen van hem: Redevoering over het onderwijs (Rott. 1850); Over het tijdig verrigten der tracheotomie bij croup in Ned. Tijds. v. Geneesk. 1857, 8 en 428; Nog een woord over het materialisme van den laatsten tijd (Rott. 1857); Redevoering bij gelegenheid van het 25 jarig bestaan der geneeskundigc school te Rotterdam (Rott. 1863); Een blik op Alexander van Humboldt; Heidelberg; Een bezoek aan Pasteur; De bekende krachten der natuur.
Rede (Rott. 1863); Gedachtenisviering van het honderdjarig bestaan van het Bataafsch genootschap der proefondervindelijke wijsbegeerte te Rotterdam, 1769-1869, Feestrede (Rott. 1869); Beschouwing van de levensschets van G.J. Mulder door hem zelven geschreven in Ned. Tijds. v. Geneesk. Bundel, uitg. door de leden der Vereen. by gelegenheid van haar vijf en twintig jarig bestaan (Aug. 1882), 195.
Simon Thomas