[Geuns, Jr. Jan van (2)]
GEUNS Jr. (Jan van), (2) geb. te Haarlem 10 Aug. 1799, overl. aldaar 23 Oct. 1865, zoon van den doopsgezinden predikant Matthias van Geuns en Trijntje Cornelis Sijtsis (of Sytses). 14 Juli 1820 werd hij te Haarlem als apotheker ingeschreven. Omstreeks 1828 richtte hij aan het Zuiderbuitenspaarne aldaar een fabriek ter vervaardiging van voorwerpen van ‘veerkrachtige gom’ (caoutchouc) op; in hetzelfde gebouw treft men thans nog een deel der caoutchoucfabriek van de firma Gebrs. Merens aan, die in 1876 de firma van Geuns & Co. (compagnon was H. de Clercq) opgevolgd is. Sedert 1833 gebruikte van Geuns zwavel bij de bereiding der caoutchouc-voorwerpen; vermoedelijk sedert 1837, in elk geval vóór 1842, hadden de door hem vervaardigde caoutchouc-voorwerpen zoodanige eigenschappen, dat een ‘vulcanisatie’ moet worden aangenomen. Deze geschiedde dus reeds vóór het verleenen van het eerste octrooi op het vulcaniseeren (aan Hancock op 21 Nov. 1843). Een aantal door hem toegepaste voorschriften, voorkomend in een fabrieksboek in het bezit van de firma Merens, is overgenomen in Chem. Weekbl. XI (1914) 852 en XII (1915) 799.
Van Geuns huwde 13 Sept. 1827 te Haarlem met Johanna Petronella van der Wissel (geb. 13 Sept. 1806, overl. 3 Febr. 1854), dochter van den heel- en vroedmeester Joost van der Wissel en Margaretha Fitzner.
Een portret van van Geuns is gereproduceerd in Chem. Weekbt. XII op p. 800.
Zie verder W.P. Jorissen in Chem. Weekbl. XI (1914) en XII (1915).
Jorissen