GELINK (Lambertus), te Hengelo geb. en aldaar 4 Mei 1820 overl., was eerst kapelaan te Denekamp. 25 Oct. 1785 kregen de Katholieken van Hengelo van de Staten verlof eene kerkschuur te bouwen: de H. diensten werden verricht door een kapelaan uit Delden. Zoo werd in 1795 Gelink deservitor van Hengelo en in 1805 de eerste pastoor. Hij
[pagina 641]
[p. 641]
schreef een klein werkje over de noodzakelijkheid des Doopsels.
Zie: Röring, Kerkelijk en Wereldlijk Twente I, 87-90; Geerdink, Bijdragen Twenthe 394; Kerkelijk Nederland 1856: Mengelwerk 26.