[Eysinga, Aede van (1)]
EYSINGA (Aede van) (1), friesch edelman uit Oostergoo, geb. in 1497, is de stamvader van het geslacht nieuw-Eysinga. Zijn vader, Tjalling van Bolta, was (1496) gehuwd met Hack van Eysinga, dochter van Gerco van Eysinga, wiens vader Feye van E. in 1439 wordt vermeld onder de friesche hovelingen. Tjalling verwisselde zijn geslachtsnaam Bolta met dien zijner vrouw, zooals destijds in Friesland meer geschiedde. (Zoo ook bij de geslachten van Harinxma en van Heemstra). Met Hack van Eysinga was oud-Eysinga uitgestorven. Haar zoon Aede, van wien alle tegenwoordige Eysinga's rechtstreeks in de mannel. lijn afstammen, is dus als de stamvader van nieuw-Eysinga te beschouwen.
Hij, Aede, was volmacht ten landsdage voor Tietjerksteradeel, evenals zijn broeder Feye van Eysinga zulks was voor Dantumadeel. Beide broeders namen deel aan den landsdag van 17 Jan. 1550, waarin de resolutie werd genomen omtrent de huldiging van Philips, prins van Spanje, in geval van ‘aflijvigheid’ des keizers, als erfheer van Friesland.
Aede van E. was gehuwd met Tiedt Juckema, overl. 14 Sept. 1545, dochter van Ritske en van Syds van Aesgama. Zij liggen beiden te Oenkerk begraven onder een fraai gebeeldhouwden grafsteen met zijn geharnaste beeltenis en hun gezamenlijke acht kwartieren. Zij waren de ouders van zeven kinderen, waarvan Frans (1) en Tjalling (1) volgen. Twee andere zoons waren Ritske en Focke. Deze vier zoons van Aede behooren tot de voormannen in den eersten moeielijken tijd van den strijd tegen Spanje terwille van onze politieke en godsdienstige vrijheid. Ritske, geb. ± 1525 en gehuwd met Marij van Tjaerda, behoorde tot het Verbond der Edelen; hij werd in 1568 door Alva voor den bloedraad gedaagd, weigerde te verschijnen en moest als balling uitwijken. Zijn goederen werden verbeurd verklaard en hij overleed te Leer (O. Fr.) 9 Mei 1573. In 1592 werd zijn gebeente naar Leeuwarden overgebracht; hij rust naast zijn vrouw, die 10 Aug. 1607 in 81 j. ouderdom overleed. Focke van E., geb. ± 1530 was in 1563 substituut-grietman van Baarderadeel, behoorde mede tot de Verbonden Edelen en werd evenals zijn broeder door Alva ingedaagd en verbannen. Hij was gehuwd met Jel van Glins; de tijd van zijn overlijden is onbekend; hij liet geen kinderen na.
Zie: Jaarb. Ned. Adel III, 57-60; te Water, Hist. Verb. der Edelen, III, 387-391; van Sminia, Nieuwe Naaml. van Grietmannen, 205; Alg. Ned. Fam. blad, VII, 24; Nederl. Adelsboek, 1913, 294.
Regt