[Engelman, Martinus Gerardus]
ENGELMAN (Martinus Gerardus), geb. te Amsterdam 1772 (?), ‘ambtenaar’ aldaar, en er overleden 13 Febr. 1823; vertaler, deels bewerker, van een aantal tooneelstukken uit het Fransch en Hoogduitsch, schrijver van een paar gelegenheidsgedichten. 's Mans voorreden geven een enkelen keer aan, welke wijzigingen hij bij de vertaling bracht; levensbijzonderheden zijn er niet uit te putten.
De volgende geschriften zijn van E. bekend: ze zijn alle te Amsterdam verschenen en dragen, waar het tegendeel niet vermeld is, den naam van den auteur op het titelblad; Het magnetismus. Blijspel naar Iffland (1798); De dragonders en de Benedictijner nonnen. Blijspel naar Pigaultle-Brun (1799); De tooveres Sidonia, tooneelspel naar H. Zschokke (1799; 2. druk 1801); Middernacht. Blijspel naar Desaudras (1800); Roland de Monglave, of de zegepraal der onschuld. Tooneelspel naar Loaisel-Téogate (1800); Charlotte Blauford, of de wedergevonden vader, tooneelspel het Hoogd. Die Eroberung von Saint Lucia gevolgd (1800); De struikroovers van Kalabriën of de onveilige wildernis. Tooneelspel naar Loaisel-Téogate (1800); Célina of het kind des geheims. Tooneelspel naar R.C. Guilbert Pixerécourt (1800; 2. druk 1809); De ketellapper van Saint-Flour. Blijspel naar Armand-Gouffé en Henryquez (1803; 2. druk 1804; 3. druk 1817). De onverwachte keuze, of de drie gezusters. Blijspel naar Robert le Bossu van Mme Montenclos (1804); De twee sprekende schilderijen of de gestoorde maaltijd. Blijspel naar Valville (1804); De twee Jocrisses, of de koopman in water. Blijspel met zang naar A. Gouffé (1805); De molenaar van Sans-Souci. Geschiedk. blijspel met zang, naar Dieu-la-Foy (1805); De kleine stad in Frankryk. Blyspel naar A. van Kotzebue (1805); De groote stad of de
landbewoners te Parijs. Blyspel naar L.B. Picard (1805); Het jagersmeisje. Tooneelspel getrokken uit de roman van Cramer. Naar het hgd. van C.M. Plumiche (1805); De oude majoor. Blijspel met zang, naar F.P.A. Léger en R.C. Guilbert Pixerécourt (1805); De wederkomst des vaders. Tooneelspel naar A. von Kotzebue (1805); De jeugd van Hendrik V. Blijspel naar A. Duval (door Engelman en C. van der Vijver) (1806); De luchtkasteelen. Blyspel naar Collin d'Harleville (1806; en 2. verb. uitg. 1810); Liefde en rede. Blyspel naar Pigault Lebrun (door Engelman en C. van der Vijver) (1806); De nacht in eene herberg. Blijspel met zang naar Moreau en Auguste (1806); Victorine Tooneelspel, het hgd. van Schröder gevolgd (1806); Twee woorden of een nacht in het bosch. Zangspel, Marsollier gevolgd (door Engelman en C. van der Vijver) (1806); De man in rouw over zich zelven. Blijspel naar Dumaniant en Henrion (1807); Hekingborn. Naar het hgd. (1807) Agnes Sorel of de schoonste der schoonen. Tooneelspel met zang naar J.N. Bouilly en E. Dupaty (1807); Gulnare of de Persiaansche slavin. Tooneelspel met zang. Naar Marsollier (1807); Joseph. Zangspel naar
Duval (1808); Dienstpligt. Tooneelspel, naar A.W. Iffland (1809); Aan Lodewijk Napoleon; den vader des vaderlands, ter gelegenheid van Z.M. weldadig decreet, met betrekking tot de uitgevallen' ambtenaren (Gedicht) (1809); De reis naar de stad. Blijspel naar A.W.