in 1882 dat van bouwkundig ingenieur verwierf. Hij werd in laatstgenoemd jaar bij den Rijkswaterstaat buitengewoon oprichter, in 1883 adjunct-ingenieur bij de verbetering van het kanaal van Gent naar Terneuzen, te Sas van Gent. De woningen voor sluis- en brugpersoneel, hier door hem ontworpen, worden zeer geprezen. In 1885 werd hij ingenieur van een ijzerfabriek te Brainele-Comte en in 1886 vestigde hij zich te 's Gravenhage als vertegenwoordiger van die fabriek, voor welke hij eenige bruggen van het Merwedekanaal detailleerde en uitvoerde. Toen de fabriek in 1891 te gronde ging, bleef van Duym te 's Gravenhage woonachtig, waar hij in 1889 met J. Jurriaan Kok een technisch bureau had opgericht, dat zich op ingenieurs- en architecten-gebied bewoog. Toen Kok zich in 1893 terugtrok, zette van Duym het bureau voort, in het bijzondere voor berekening van bouwconstructiën. Hier heeft hij hoogst verdienstelijken arbeid geleverd, in het bijzonder op het gebied van ijzeren bruggen. De brug over het Zwarte water bij Hasselt was een model van doelmatige en zuinige uitvoering. Tal van bruggen voor de Nederlandsch-Indische spoorwegmaatschappij werden door hem ontworpen, verder bruggen over den Ysel bij Doesburg en over den Rijn bij Arnhem, alsmede de stations van den Westlandschen stoomtramweg. Op 9 Febr. 1897 hield hij in het Kon. Inst. v. Ing. eene voordracht over de brug te Hasselt.
Hij huwde in 1883 J. Verstraeten, bij wie hij eene dochter had.
Eene levensbeschrijving van hem met portret, van de hand van P.J. van Voorst Vader, komt voor in den Ingenieur van 13 Apr. 1907.
Ramaer