[Duyn, Aarnout Joost van der]
DUYN (Aarnout Joost van der), geb. 's Gravenhage 18 Jan. 1718, overl. Breda 28 Sept. 1785, zoon van Adam Adriaan (kol. 541), heer van 's Gravenmoer, Maasdam, Benthorn en Hinkelenoord, werd 2 Nov. 1744 kolonel-commandant van het regiment gardes dragonders, 5 Oct. 1747 chef van dit regiment, 30 Dec. 1747 luitenant-generaal, 9 Juni 1761 gouverneur van Breda en 10 Mei 1771 generaal der cavalerie. Voorts was hij hoogheemraad van Delfland, luitenant-houtvester en meesterknaap van Holland, terwijl hij in 1755 beschreven was in de ridderschap en edelen van Holland. Hij heeft nog juist den tijd mede beleefd, waarin de patriotsche partij het gezag van den stadhouder begon af te breken; doch hij schijnt geen krachtige persoonlijkheid te zijn geweest, om dat gezag te helpen schragen.
17 April 1742 huwde hij te 's Gravenhage Anna Margaretha van Aerssen, aldaar geb. 9 Aug. 1713 en overl. 1 April 1803, dr. van François (2) heer van Sommelsdijck en Maria van Aerssen tot Wernhout (III kol. 12). Van zijne twee dochters huwde de eene, Anna met Alexander, graaf van Bylandt (kol. 371), de andere, Cornelia Anna Margaretha met Gerard Arnout baron Taets van Amerongen, heer van Schalkwijk. Zijne zonen Adam François, Willem en Willem Hendrik volgen.
Uit Ned. Adelsboek en welwillend verstrekte inlichtingen, vooral van het krijgsgesch. archief.
Zie nog over hem: H.T. Colenbrander, De Patriottentijd ('s Gravenhage 1898) II, 89, 92 en 346; Krämer en van der Meulen, Gedenkschriften van Gijsbert Jan van Hardenbroek, (Utrecht 1901-1915), naamregisters; Depèches van Thulemeyer, (1912) naamregister; Archives de la maison d' Orange- Nassau IVe Sér. reg.; Ve Sér. I, 227;