[Dillen, Wilhelmus van]
DILLEN (Wilhelmus van), geb. te Etten omstreeks 1722, overl. te Doesburg in Juni 1789. Hij werd priester gewijd omstreeks 1745, kapelaan te Montfoort in 1746, pastoor te Keyenburg in Febr. 1752, in Jan. 1755 aartspriester van Gelderland. Op 10 Juli 1767 ontving hij zijne admissie als pastoor van Doesburg. In het Arch. Aartsb. Utr. XXVI, 69-84 geeft J.H. Hofman bij zijn biografie als bijlage een zeer kunstig Latijnsch vers van zijn hand getiteld: Humillima Novi Anni Apprecatio. Hij wordt ons geschetst als een geleerd en voorzichtig man, een hoogst waardig aartspriester.
van der Heijden