[Diest, Samuel van]
DIEST (Samuel van), eenige zoon van den voorg. en Geertruid van Lennep, geb. te Harderwijk 7 Aug. 1631, overl. te Deventer 3 Mei 1694. Hij studeerde eerst 4 jaar aan het Athenaeum te Deventer, werd 12 Mei 1653 te Leiden ingeschreven, waar hij bij prof. Coccejus woonde, ging het volgend jaar naar Utrecht en 1655 naar Duisburg, waar hij 1656, denkelijk in Maart, promoveerde tot Theol. Dr. op Theses illustriores de praecipuis Philosophiae partibus. Na een studiereis door Zwitserland en Duitschland gemaakt te hebben, werd hij Oct. 1656 tot professor in de Theologie en Philosophie te Duisburg beroepen. Hij zou daar, volgens de Miscellanea Duisburgensia I, 546, op eigen kosten een drukkerij opgericht hebben, denkelijk wel voor Orientalia. 21 Jan. 1664 werd hij tot prof. in de Theologie en het Hebreeuwsch te Harderwijk beroepen, en aanvaardde dit ambt in Maart met een Oratio de antiquitate et pace religiosa. Hij was rector in 1667, 1676, 1679. In 1681 werd hij tot prof. in genoemde vakken te Deventer beroepen. Hij was 24 Mei 1659 gehuwd met Lucretia de Hochepied, en hertrouwde 1 Sept. 1667 met Hendrina Berckringer. Een zoon, Daniel, denkelijk uit het tweede huwelijk, was 1700 predikant te Zwartsluis, ald. overl. 8 Jan. 1731.
Het album amicorum van Samuel van D. heb ik uitgegeven in Bijdr. Gesch. Overijssel, XIII, 1-25.
Van Diest schreef o.a.: Clavis linguae sanctae; Dissertatio historico-irenica de lite et pace religiosa Evangeliorum (Duisb. 1656); Apologia pro ecclesia reformata (Enkhuizen 1674; = Pamflet Knuttel 1.1232).
Zie: Boekzaal 1731, I, 122; Bouman, Gesch. Geld. Hoogeschool I, 66, 205, 210, 328, 339; II, 605, 610, 653; van Slee, De Illustre School te Deventer (1916) reg.; Glasius, Godgel. Nederland I, 366; Visscher en v. Langeraad, Prot. Vaderl. II, 490.
Molhuysen