[Derks, Alle]
DERKS (Alle), geb. te Meeden 16 Juni 1670, overl. 1733, zoon van den Oud-Vlaamschen Doopsgezinden oudste Derk Alles, 10 Januari 1692 gehuwd met Aaltje Izaacs Cremer van Deventer. Door zijn vader in 1699 tot leeraar bevestigd, en in 1711 tot oudste door Jan Krients, werd hij in 1713 door de overheid vervolgd wegens het doopen van een gereformeerd jongeling Gerrit Berends. Alle rechters in de Ommelanden kregen bevel hem te vatten en de vergaderplaatsen der Mennisten te sluiten, maar onbevreesd bleef hij zijn dienst als oudste voortzetten. In 1723 maakte hij een reis naar Polen, tot bediening van doop en avondmaal en ter bevestiging van oudsten. Door hem werd een nieuwe uitgave van den Biestkensbijbel bezorgd. Als dichter van godsdienstige liederen toonde hij eenige bekwaamheid door zijn bundels Lusthof des gemoets (Gron. 1732) en Agterhofje (Gron. 1736), met gezangen bestemd gezongen te worden bij de godsdienstoefeningen der oude Vlamingen.