bevolking van de Vereenigde Staten in de 19e eeuw. Na in verschillende plaatsen en betrekkingen werkzaam te zijn geweest, vestigde hij zich in 1857 in een arme buurt te Chicago en mag de apostel der toen opkomende stad genoemd worden. De onaanzienlijke huizing en kapel groeide uit tot het zeer bloeiend St. Ignatius-college met een groote kerk. Hij bouwde ruime scholen, bevolkt met 4000 kinderen, voor wier onderwijs hij drie verschillende zusters-congregaties ontbood. Intusschen doorkruiste hij geheel het gebied der Vereenigde Staten tot het houden van volksmissies, vooral in de groote steden. Zijn indrukwekkend voorkomen, machtige stem, van overtuiging gloeiende taal, vereenigd met een ijzersterk gestel, dat tegen elke inspanning bestand was, en een onvermoeibare ijver, maakten hem voor die taak uitstekend geschikt. Voor zijn talrijk gehoor van katholieken en protestanten behandelde hij behalve de geloofswaarheden ook de geloofsverschillen. Na 22 jaar van dit apostolaat had hij persoonlijk 208 missies geleid, die gemiddeld twee weken duurden; met zijn gezellen had hij 12.000 personen tot het kath. geloof bekeerd. Per jaar legde hij gemiddeld 10.000 KM. af, leefde zeer geregeld en gestreng, en vastte in lateren leeftijd, tot zijn 70e jaar, elken dag, den tijd der missie niet uitgezonderd. Tijdens een missie te Evanston (Wyoming) door een beroerte getroffen overleed hij een half jaar later en werd te St. Louis naast P. de Smet en de andere pioniers der Jezuïetenmissie in Amerika begraven.
van Miert