[Chièze, Sebastien]
CHIÈZE (Sebastien), zoon van Jerôme, werd geboren in den Kerkelijken Staat en overleed 13 September 1679 te Madrid; zijn ouders waren van Zuid-Fransche afkomst. Toen in 1658 het parlement van het prinsdom Oranje, zoogenaamd om aan de grieven der Katholieken te gemoet te komen, inderdaad omdat de gouverneur, graaf Dohna, zich tegenover het hem vijandige parlement met eenige betrouwbare personen wilde versterken, met twee assessoren werd vermeerderd, waarvan de een katholiek, de ander protestant moest zijn, werd Jéróme Chièze, bij edict, uitgevaardigd door de voogden van den Prins, als de katholiek gekozen en, aangezien deze reeds een man op jaren was, werd Sebastien bij hetzelfde edict als zijn opvolger aangewezen. Bij de twisten tusschen de prinses royale en de prinses douairière over het regentschap van het prinsdom en bij de gewelddadige inmenging van Lodewijk XIV, werd hij door Dohna meermalen gebruikt om besprekingen te voeren met Amalia van Solms. Nadat het prinsdom zich in 1660 aan Lodewijk had moeten overgeven, ging Chièze in 1661 met Huygens mede naar Parijs om te trachten het terug te krijgen, hetgeen in 1665 gelukte. In 1670 werd hij door den Prins naar Madrid gezonden om aan te dringen op afbetaling van de schuld, die de koning van Spanje aan de Oranjes had volgens verbintenissen, bij den vrede van Munster aangegaan. Bij den dood van Valckenier, gezant der Republiek aan het Spaansche Hof, in November 1675, werd Chièze provisioneel belast met de waarneming der ambassade, hetgeen zoo bleef, totdat hij in September 1679 overleed. ‘Honnête homme avec beaucoup de capacité et d'agrément’ zegt de markies de Villars van hem.
Zie: J.A. Worp, Aanvullingen op aanteek. en verbeteringen op het register op de journalen van C. Huygens; J.M. Sernée, Geschil over het prinsdom Oranje 1650-1660 en F.J.L. Krämer, Nederl.-Spaansche diplomatie voor den vrede van Nijmegen.
Drossaers