Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4

[Bylandt, Johan van (1)]

BYLANDT (Johan van) (1), Johan van Bilant, ridder, heer van Bilant, zoon van Theodoricus en van Sophia van der Lecke (kol. 390). Hij hield, nog knape zijnde, de zijde van den jongen Reinoud II tegen zijn vader, 1317, ontving van Willem III van Holland 60 pond 's jaars uit de visscherij van Amstelland in 1324. In 1326 komt hij als ridder voor en verkoopt met zijn vrouw Catharina aan Zutphen de drie deelen der

[p. 382]

gruyt aldaar. In 1327 en 1328 is hij raad van den graaf van Gelre en staat als getuige bij het verdrag tusschen Gelre en Kleef in 1331. Hij, zijn broeder Otto en Johan van Benthem geven een thijns aan het kapittel van Kleef in 1333, welke gift in 1500 door Roeleman van Bilant wordt bevestigd. Hij overleed in of vóór 1346, daar zijn schoonzoon Willem, heer van den Bergh zich in dat jaar ‘heer van Bilant’ noemt. Johan van Bylandt werd vermoedelijk te Kekerdom begraven en was in 1326 gehuwd met Catharina (wier naam wij niet vermeld vinden), bij wie een erfdochter Sophia, vrouwe van den Bilant, Millingen en Pannerden, in 1381 overleden en in 1340 met van den Bergh gehuwd.

Zie: Pontanus, Hist. Gelr. 189; C.A. Serrure, Hist. de la souverainité de 's Heerenberg 27; Jaarb. N.A. IV, 60, 61.

Regt