Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4

[Burman, Caspar of Kasper]

BURMAN (Caspar of Kasper), zoon van Pieter Burman (1) en Eva Clotterbooke, geb. te Utrecht 12 Apr. 1695, gest. te Kamerik 22 Aug. 1755. Hij genoot een wetenschappelijke opvoeding van zijn vader en werd in 1724 raad en vroedschap van Utrecht. Sedert nam hij de gewone regeeringsambten waar, werd schepen en burgemeester, lid van de Staten van Utrecht en van de Staten-Generaal, terwijl hij in verschillende commissiën zitting had. Hij publiceerde: 1^o. Hadrianus VI sive Analytica historia de Had iano Sexto Trajeclensi Papa Romano (Traj. 1717, 40), een verzameling bronnen voor de geschiedenis van Paus Adriaan VI, met aanteekeningen; 2^o. Trajectum eruditum, Virorum doctrina inlustrium qui in urbe Trajecta el regione Trajectensi nati sunt sive ibi habitarunt vitas, fata et scripta exhibens (Traj. 1738, 4o; ed. sec. Traj. 1750, 4o), dat biographieën bevat van beroemde Utrechtsche geleerden; 3^o. Utrechtsche Jaarboeken van de vijftiende eeuw, vervattende het merkwaardige in het gesticht en

[p. 351]

voornamentlijk in de stadt Utrecht, zedert den jare 1402 en vervolgens voorgevallen (Utrecht, 1750-1754, 3 dln. 8o), die een zorgvuldig bewerkte geschiedenis van het Utrechtsche bisdom geven gedurende het grootste deel der vijftiende eeuw.

Burman was 8 Sept. 1716 geh. met Anna Maria de la Bassecour (17 Mrt. 1691 - 10 Jan. 1770). Zij hadden 8 kinderen.

Zijn portret door J.M. Qulnkhard op een regentenstuk in het ambachtskinderhuis te Utrecht.

Zie: Saxe, Onomasticon VI, 73; van Kampen, Gesch. d. Ned. Letter. en Wet. II, 236 vlg.; J.G. Burman Becker, Notices hist. et généal. sur la famille Burman (Copenhague s.a.) 10, 14.

Brugmans