[Brouwenaar, Jan François]
BROUWENAAR (Jan François), geb. te Vlissingen 15 Juli 1815, overl. te Amsterdam 14 Sept. 1849; zoon van François Adriaan B. en Anna Maria Drubbels. Hij was eerst werkzaam als beeldhouwer op de werf te Vlissingen, studeerde later onder den beeldhouwer Geefs te Brussel, en behaalde 1849 den grooten eereprijs voor zijn ‘Soranus’ bij den wedstrijd van de Academie voor beeldende kunsten. Hij had zich echter overspannen en overleed nog in hetzelfde jaar.
Van zijn gedichten werd het Klokkelied opgenomen in Vaderland (Antwerpen) 1845; Lodewijk XIV in de Nederlanden in Vlaamsche Stem, 1847; Michel Angelo, vertaling naar Chénedolle, ibid.; Manfred, naar Byron, en Het oprukken van het vereenigde kruisleger onder Godfrieds opperbevel naar Jerusalem, naar Tasso, in Taelverbond 1848 en 1850. Zijn Dichterlijke Natatenschap gaf J.J.L. ten Kate uit (Middelb. 1855) met levensschets.
Zie: Nagtglas, Levensber. van Zeeuwen I, 83; Frederiks en van den Branden, Biogr. Woordenboek 122; Middelb. Courant 16 en 17 Juni 1887.
Molhuysen