[Boudaan, Matthias]
BOUDAAN (Matthias), zoon van Gualtherus en Maria Coymans (kol. 264), zeer verdienstelijk zeeofficier, gestorven Maart 1722.
Hij werd in 1696 door Willem III tot extraordinaris kapitein ter zee benoemd, in 1699 tot ordinairis kapitein bij de admiraliteit van Amsterdam en in 1717 tot schout-bij-nacht. In den Spaanschen successie-oorlog nam hij deel aan de inneming van Gibraltar in 1704 en van Barcelona in 1705. Een zijner schitterendste wapenfeiten is geweest, de vermeestering van twee fransche oorlogsschepen ‘l'Arrogant’ van 60 stukken en ‘l'Ardent’ van 68 stukken, als kapitein op de ‘Overijssel’ van 52 stukken, een van onze snelste oorlogsschepen, bij een gevecht tusschen een vereenigd nederlandsch-engelsch-portugeesche vloot tegen een fransch escader onder de Pointis, op 21 Maart 1705, bij Gibraltar.
Tijdens een bezoek van Czaar Peter den Groote en zijne gemalin aan Amsterdam in 1717 werd een spiegelgevecht op het IJ gehouden tusschen twee escaders jachten, waarbij Boudaan een dier escaders commandeerde. In het laatste gedeelte van zijn diensttijd maakte hij verschillende kruistochten tegen de barbarijsche zeeroovers, waarbij hij eens, in den nacht van 23 op 24 Jan. 1718, door een bevriend spaansch smaldeel bij vergissing werd aangevallen en in een scherp gevecht gewikkeld. De Spanjaard zag zijn schepen aan voor zeeroovers.
Boudaan was gehuwd met Jacoba Boreel Jacobsdr., die in 1711 overleed. Het huwelijk bleef kinderloos.
Zie: Wagenaar, Beschrijving van Amsterdam I, 731; Kok, Vaderlandsch Woordenb.; de Jonge, Ned. Zeewezen III en IV, zie reg.
Boldingh