[Boudaan, Mr. Gualterus Petrus]
BOUDAAN (Mr. Gualterus Petrus), geb. 20 Dec. 1704 te Utrecht, overl. 3 Jan. 1781 te Amsterdam, was een zoon van Ds. Petrus B. (kol. 266) en Margaretha van der Hell. Hij studeerde te Utrecht, en werd in 1730 te Amsterdam, waar zijn vader sinds 1710 predikant was, tot schepen gekozen, welk ambt hij daarna nog 8 malen, het laatst in 1748, waarnam. Voorts was hij van 1731-34 commissaris van Kleine Zaken en van 1758-60 en in 62 thesaurier. Sinds 1735 was hij lid der Vroedschap. In de jaren 1761, 64, 67, 68, 70, 71, 73, 74, 76, 77, 79, 80 heeft hij de burgemeesterlijke waardigheid bekleed. In 1764 werd hij curator der Illustre school, en sinds 1766 was hij commissaris-politicq in den Kerkeraad. Ook werd hij in 1741 bewindhebber der Oost-Indische-Compagnie. Uit zijn 18 Apr. 1730 gesloten huwelijk met Catharina Margareta Romswinckel (1704-50) liet hij geene kinderen na. Van zijn schoonvader Abraham Romswinckel (1657-1738), die te Amsterdam resident van den Koning van Pruisen was, erfde hij de buitenplaats Elswout onder Overveen, die hij zeer verfraaide.
Bronnen: Elias, De Vroedschap van Amsterdam; Vervolg op Wagenaars Beschr. van Amsterdam.
Breen