[Booth, Mr. Everard]
BOOTH (Mr. Everard), geb. te Utrecht in Dec. 1577, overl. aldaar 14 Aug. 1610, begr. in St. Geertekerk te Utrecht; zoon van Cornelis Booth en van Sophia v. Wijck.
Hij studeerde te Leiden in de letteren (ingeschreven 8 Juli 1598) daarna in de theologie, werd candidaat en in 1602 tot predikant in zijn geboortestad beroepen, waar hij tot zijn dood heeft gestaan. Het blijkt niet dat hij te voren in een andere plaats den dienst heeft verricht, wel dat hij te Utrecht in den geest der contraremonstranten leeraarde. De eenige pennevrucht, die tot heden van hem bekend is, is een vertaling uit het latijn, een boek van den destijds bij de contra-remonstranten zéér geliefden William Perkins en dat onder den volgenden titel in 1604 te Middelburg in het licht verscheen: De Gereformeerde Catholyck; dat is eene Verclaringe van d'overeenstemminge ende 't verschil datter in 't stuck van de Religie lusschen de Gereformeerde en de Roomsche Kercke nu ter tijd is; met een corte Vermaninghe .. etc.
Booth huwde 1 Aug. 1604 te Utrecht met Alida Ruysch, geb. in 1585, overl. te Utrecht 8 April 1616, begr. in St. Geertekerk; dochter van Mr. Jacob, raad van den graaf van Arenberg, pensionaris van Amsterdam in 1578, advocaat fiscaal van 't Hof van Holland 1584, en van Hendrika de Jode, genaamd de Rijke. Uit dit huwelijk drie kinderen, waarvan Cornelis en Abraham voorgaan, en Henrica ongeh. overl.