[Booth, Mr. Aernt, of Arent (1)]
BOOTH (Mr. Aernt, of Arent) (1), ridder, heer van Druyvesteyn en Bijlen en doctor in de beide rechten. Geb. ± 1440 te Dordrecht, overl. in 1509 te 's Gravenhage; zoon van Cornelis, burgemeester en tresorier te D. en van Machtild de Jonge.
Hij verkocht zijn beide heerlijkheden en werd tijdens het beleg van Calais in 1465 onder hertog Filips van Bourgondië tot ridder geslagen. In 1472 was hij burgemeester van 's heeren wegen te Dordrecht, in 1496 advocaat voor het hof in 's Gravenhage, hij werd bij zijn overlijden in 1509 in de St. Jacobskerk aldaar begraven.
In oude werken staat hij als dichter vermeld, doch proeven van zijn dichtkunst zijn ons niet bekend geworden.
Omstreeks 1480 huwde hij met Agatha van Diemen, overl. te Delft 29 Sept. 1497, begr. N. Kerk. Zij was weduwe van Claes Meeusz, brouwer te Delft (wiens nazaten den naam van Diemen hebben aangenomen) en de dochter van Vranck van Diemen Vrancksz. en van Margaretha Busschaerts.
Van hun kinderen volgen Arent (2) en Vranck. Hun dochter Machtild huwde met Nicolaas Coebel, rentmeester-generaal van Z. Holland 1506-1529.
Zie: Wildeman en de Blocquery, Geneal. Kwartierstaten; Balen. Beschr. v. Dordr. p. 1000; Alg. Ned. Familieblad I, no. 142, p. 7a.
Regt