[Booth, Adriaen]
BOOTH (Adriaen), de jonge, in tegenoverstelling van een gelijknamigen ouderen broeder, die in 1591 als kanunnik te Wijk bij Duurstede overleed; zoon van Cornelis en van Sophia van Wijck.
Hij was een vermaard ingenieur. Toen Filips III in 1614 iemand noodig had om in Mexico eenige droogmakerijen tot stand te brengen, werd hem door zijn gezanten te Parijs daartoe Adriaen Booth aanbevolen, die aan 's konings uitnoodiging gevolg gaf. De weinige medewerking, die hij in Mexico van de Spanjaarden ondervond, en het gebrek aan geschikte werkkrachten deden de onderneming op niets uitloopen. Booth keerde naar het vaderland terug, werd kapitein, vervolgens majoor der stad Utrecht en overleed aldaar in 1638. Hij werd 18 Mei van dat jaar overluid.
Zijn echtgenoote Margaretha Voskuyl schonk hem geen kinderen.
Zie: Balen, Beschr. v. Dordr. 1000; Collot d' Escury, Holl. Roem in K. en W. IV, st. II, 682, 683.
Regt