[Bondt, Reinier de of de Bont]
BONDT (Reinier de) of de Bont, Bontius, zoon van den voorg., geb. te Leiden 1576, overl. aldaar 13 Juni 1623. Hij studeerde te Leiden (ingeschreven als student in de letteren 12 Febr. 1590) eerst in de wijsbegeerte, wis- en sterrekunde onder Rudolph Snellius. Op verlangen van zijn vader is hij later evenwel, zij 't noode, overgegaan tot de geneeskunde (onderwijs van zijn vader, Heurnius en Pauw). 28 Aug. 1599 is hij na 16 Aug. Theses de Pleuritide verdedigd te hebben, gepromoveerd en reeds in datzelfde jaar (11 Oct.) benoemd tot buitengewoon hoogleeraar in de philosophie. Tevens vestigde hij zich als geneesheer. 8 Febr. 1606 verleenden Curatoren hem ook den titel van buitengewoon hoogleeraar in de Geneeskunde. In 1617 werd hij benoemd tot gewoon hoogleeraar in de geneeskunde, als zoodanig doceerde hij de institutiones medicae. Spoedig daarna (Mei 1621) volgde zijne aanstelling tot lijfarts van Prins Maurits, wat zijn docentschap niet ten goede kwam, daar hij nu vaak den prins naar het leger moest volgen. Zijne lessen werden bij zijn afwezigheid gegeven door Adrianus van Valckenburg, den lateren hoogleeraar. Medische geschriften heeft de Bondt niet nagelaten; wel een tooneelstuk Belegering en Ontzetting der stad Leyden, geschied in den jaare 1574. Beginnende den 27sten May, en eindigende den 3den October daaraanvolgende. Zeer levendig afgebeeld door Reynerius Bontius. Treur- blij-eindespel, vercierd met schoone Figuren, en al de vertoningen, zo voor, in, als na het spel (meermalen herdrukt. Overvoorde noemt 45 uitgaven).
Zie: J.E. Kroon, Bijdragen tot de geschiedenis van het geneesk. onderwijs aan de Leidsche Universiteit, 1575-1625; Molhuysen, Bronnen tot de geschiedenis der Leidsche Universiteit I, II, register; Bergman in Meded. Letterk. 1870, 185; Overvoorde, Catalogus Bibliotheek over Ieiden (1904) no. 816-859, 840a.
Baumann