[Berckel, Henri Emanuel van]
BERCKEL (Henri Emanuel van), geb. te Rotterdam 25 Aug. 1844, overl. te 's Gravenhage 8 Apr. 1902, was de zoon van den voorg. en E.M.A. Vandevin. Hij promoveerde in 1869 aan de Delftsche Polytechnische School tot civiel ingenieur en werd onmiddellijk daarna, 5 Aug. 1869, ter beschikking van den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch Indië gesteld om tot aspirant-ingenieur aldaar te worden benoemd. Hij werd na aankomst te Batavia 11 Jan. 1870 als zoodanig benoemd, en kort daarna te Banjoemas geplaatst. Onder de vele werken, met welke hij daar zelfstandig belast was, behoort eene steenen boogbrug bij Poerwakarta, waar, zooals in Indië meermalen het geval is, de klei tot baksteen, de kalk en het zand tot metselspecie, de boomen tot formeelen gemaakt moesten worden.
In 1872 werd hem eene opneming opgedragen ten behoeve van den aanleg van een militairen weg ten westen van Tjilatjap, in zeer ongezond klimaat. Op 30 Mrt. 1874 werd hij benoemd tot ingenieur 3e klasse en gedetacheerd bij het Departement van Marine, door hetwelk hij werd belast met den bouw van den vuurtoren op Poeloe-Bras bij Atjeh, een zeer moeilijk werk, dat hij het volgende jaar voltooide.
Op 22 Jan. 1875 benoemd tot ingenieur 2e klasse, werd hij, na in Nov. 1875 verlof bekomen te hebben, in 1876 te Tjandjor geplaatst.
In Maart 1877 werd van Berckel toegevoegd aan den ingenieur, belast met den aanleg van de haven te Tandjong-Priok bij Batavia, terwijl hij na het overlijden van zijnen ambtgenoot L.G.B. Bouricius op 5 Jan. 1878 met diens afdeeling bij dat werk belast werd. Hij heeft het belangrijkste aandeel in dezen bouw gehad, in het bijzonder op technisch gebied (zijn chef, hoewel uiterst voortvarend, was slechts in geringe mate technicus); o.a. ontwierp hij hoofden in zee, die 4 millioen gulden minder kostten dan die, welke door Waldorp waren ontworpen, gekost zouden hebben. Ook toonde hij veel tact in de wijze, waarop in moeilijke oogenblikken het werkvolk tevreden gesteld kon worden; elkeen droeg hem de hoogste achting toe. De zooeven genoemde chef, J.A. de Gelder, schrijft: ‘De heer van Berckel is de bouwmeester van de haven van Batavia. Aan zijn groote hoedanigheden is het daarbij verkregen succes verschuldigd.’
Op 7 Nov. 1883 werd van Berckel ingenieur 1e klasse, en belast met de bijkomende werken van de Bataviasche haven. Toen dit werk in 1886 gereed was, werd hij benoemd tot chef van de 2e waterstaatsafdeeling op Java. Zijn eenvoud was zoo groot, dat hij, terwijl de Gelder hem door zijne reeds in 1884 bereikte invloedrijke positie wel vooruit had kunnen helpen, alle hulp steeds afwees. Zijne betrekking was die van een hoofdingenieur, maar hij werd als zoodanig eerst 13 Mrt. 1890 benoemd. Na een onafgebroken verblijf van 22 jaren in de tropen vertrok hij 23 Apr. 1892 met verlof naar Europa, waar hij van den Minister van Koloniën verscheidene opdrachten ontving.