vlugschriften bevatten een breede reeks van gegevens voor de kennis onzer geschiedenis in de achttiende eeuw, maar al die toespelingen zijn zoo goed als niet meer te begrijpen. Al zijne geschriften uit deze jaren zijn bijeengevoegd onder dezen titel: De doornigeroozenkrans gevlogten van Pieter Bakker's schriften, terwijl er ook een bundel met tegenschriften bestaat in het licht gegeven als: De stink-roosen, bijeen gebonden van Pieter Bakkers tegen-schriften (Harderwijk, z.j. in-4o).
Bewonderaar van Deurhof, groot voorstander van verdraagzaamheid, hebben Bakker's ervaringen met den Amsterdamschen kerkeraad er toe bijgedragen hem te doen afzakken naar het Deisme. Als zoodanig leeren wij hem kennen door een boekje, in 1752 anoniem door hem uitgegeven: De godsdienst zonder bijgeloof, bevattende het geloof der Deisten (Deventer 1752, in-8o). Het adres is geheel gefingeerd. Dit blijkt uit een proces in 1758-60 gevoerd tegen J. Baroen wegens de uitgave van pamfletten. Baroen verklaarde, dat het hier genoemde boekje geschreven was door P. Bakker, wiens geloofsbelijdenis het bevatte. Hij, Baroen, had het handschrift ter hand gesteld aan G. van Hattum Jr., die het door R. Brouwer had laten drukken.
Ditzelfde proces hrengt ons nog op andere wijze in aanraking met Bakker. In 1753 heeft in Amsterdam nog al gerucht gemaakt dat men beweerde dat Ds. Tijken bij de vrouw van een Oostindiëvaarder, Margaretha Klump, een kind had verwekt. Over die geschiedenis verschenen verschillende vlugschriften o.a. het Lied der liefde door Kootje (d.w.z. Ds. Tijken) aan Grietje K. (lees: Margaretha Klump) toegezonden. Van dit gedicht verschenen minstens twee drukken, in een van welken op den kant Bijbelteksten zijn aangebracht. Bakker zou de man zijn geweest, die de Bijbelteksten er bij heeft opgeteekend. Men vindt het gedicht in Dichtkundig Praal-tooneel V, 97 vv.
Knuttel