[Acronius A Bouma, Dominicus]
ACRONIUS A BOUMA (Dominicus), zoon van prof. Joh. Acronius, geb. te Groningen 1611, overl. te Franeker 15 Mrt. 1656; studeerde te Leiden (ingeschr. 31 Jan. 1628), hij is daar echter niet gepromoveerd; was praeceptor en later conrector te Harderwijk, 1642 rector te Steenwijk; in 1647 werd hij te Franeker tot prof. in de Welsprekendheid en Staatkundige geschiedenis benoemd, als opvolger van Winsemius; in 1652 was hij Rector Magnificus.
Hij was gehuwd met Susanna Maria van Aitzema, zij hertrouwde na zijn dood met Joh. Buining.
Hij gaf uit: Historia civitatis (Franeq. 1651); Oratio de caussis institutae Magnificentissimae apud Frisios curatelae (rede, Franeq. 1653); Parentatio in obitum Joh. Phocylidae, achter diens Physica vetus-nova (Haarlem 1651).
Zie: Boeles, Frieslands Hoogeschool II, 193.
Molhuysen