[Wye, Wilhelmus van]
WYE (Wilhelmus van), klerk uit de diocese Utrecht, vinden wij in 1387 in de matrikels van Heidelberg, in 1389 in die van Keulen. Toen de nieuw opgerichte keulsche hoogeschool in 1390 een bedellus (bode) koos, was hij de eerste, die tot dit niet onaanzienlijk ambt verkozen werd. Sinds 1392 diende hij de hoogeschool tevens als notaris. Een aantal jaren bleef hij te Keulen werkzaam, daarna ontmoeten wij hem in tal van stukken van bisschop Frederik van Blankenheim als diens secretaris. Als zoodanig teekende hij in 1408 het bekende bisschoppelijke privilege voor Koevorden. Hij werd kanunnik van het kapittel van St. Pieter te Utrecht. Als secretaris van den bisschop komt hij nog voor in 1425.
Zie: H. Keussen, Matrikel der Univ. Köln I (Bonn 1892) 40; G. Toepke, Matrikel der Univ. Heidelberg I (Heidelb. 1884) 14; F.J. von Bianco, Die alte Univ. Köln I (Köln 1856) 157 en Anlagen, 33, 50, 73; S. Muller Fz., Middeleeuwsche Rechtsbr. Utrecht (Oude Vaderl. Rbr. I: 3) ('s Grav. 1883) I, 238; Versl. en Meded. Oude Vad. Rbr. II, 396; V, 126; J.S. Magnin, Geschiedk. Overzigt v.d. besturen in Drenthe, II: 2 (Gron. 1842) 180.
van Kuyk