editie van van Haemstede's Martelaarsboek, deze toch was waarschijnlijk identiek met den auteur van de genoemde Historie; 3o. moet genoemd: Gheestelijcke Liedekens gemaect (ende oock sommige bij een vergadert) tot stichtinge aller Christgheloovighen. Door M. Joris Wybo alias Sylvanus voormaels Dienaer der Ghereformeerder Ghemeynten Christi binnen Antwerpen ende daer naer inde Nederduytsche Kercke tot Londen. Er bestaan twee uitgaven van, een te Antwerpen 1582 (ex. in de Koninkl. Bibl. te Brussel) en een te Gorinchem 1596 (exx. in de Biblioth. der Univ. te Amsterdam) (van quat. B, die na C is ingenaaid, ontbreken daarin de bladen 4 en 5) en in de Biblioth. te Antwerpen). Behalve het reeds boven genoemde zijn daarin te vinden: 3 liederen van W(illem) D(amman), predikant te Hondschoote in Westvlaanderen, over zijn gevangenneming in het jaar 1562; 1 lied van Gherstecoren of Jan Herewijn, eveneens een gevangene te Hondschoote en later martelaar (vgl. van Haemstede, Martelaarsboek (ed. 1883) 619 en van der Haeghen e.a., Bibliographie des Martyrologes Neerlandais II (La Haye 1890) 702, no. 304; daarna een hernieuwde uitgave van Sylvanus' laatste predikatie, (daar de voorrede van Oct. 1576 dateert vermoed ik dat ook reeds vóór 1582 wel een editie, dan allicht afzonderlijk, daarvan zal zijn verschenen) opgeteekend door Cubus, met een korte beschrijving van zijn ziekte en dood, den aanhef van zijn testament (21 Juni 1576), en een aantal grafschriften op hem, o.a. van Regius, van Wingius, van Lucas d'Heere; eindelijk nog een ‘Lofsanck’ van Wybotius zelf, (belangrijk door eenige van elders onbekende
levensbijzonderheden) en een aantal liederen (wel niet van Wybo) ‘seer schoon om op Bruyloften ofte eenighe andere maeltijden te singhen’ en voor dien nog nooit gedrukt. J.Ph. Cassel, Bremensia II (Bremen 1767) Th. III § 3 sub 15 geeft een brief van Johannes Molanus aan hem, d.d. Postridie Calend. Febr. 1568.
Zie: Konst- en Letterbode 1857, 171; J.H. Hessels, Ecclesiae Londino- Batavae Archivum (Cantabr.) II en III, registers in voce; Vaderlandsch Museum IV (1861) 277; Gereformeerd Theologisch Tijdschrift XIII (1913) 440 n. 2; Chr. Sepp, Geschiedkundige nasporingen III (Leiden 1875) 166, 167; M. Schoock, Liber de bonis vulgo dictis ecclesiasticis (Gron. 1651) 451, 479; Werken der Marnixvereeniging S. I, D. I en S. III, D. I registers in voce; Kerkhistorisch Archief (1842) 41, (1844) 152 en n. 4 en 5, (1910) 24, (1914) 159, 160; Antwerpsch Archievenblad II, 360; XIV, 32, 33; L.A. van Langeraad, Guido de Bray (Zierikzee 1884) 106, n. 1; H.C. Rogge, Een weinig bekende uit de dagen der Hervorming in Magdalena. Evangelisch Jaarboekje VI (1858) 51 vv; J. de Jong, De voorbereiding. ... van het Kerkverband I (Gron. 1911) reg. in voce; H.Q. Janssen, De Kerhervorming te Brugge (Rotterdam 1856) I, 44; dez., De Kerkhervorming in Vlaanderen (Arnhem 1868) I, 78 n. 2; S. Cramer en F. Pijper, Bibliotheca Reformatoria Neerlandica VIII ('s Grav. 1911) 272 n. 7, 276; E. de Coussemaker, Troubles religieux .... dans la Flandre Maritime (1876-1884) IV, 38, 327 vv; E. Quinet, Marnix van Sint Aldegonde (vertaald door van Vloten) (Deventer 1855) 207, 208; A.A. van Schelven, De Nederduitsche vluchtelingenkerken der 16e eeuw ('s Grav. 1908) register in voce en bijlage 8; van der Haeghen e.a., Bibliothea Belgica in voce Wybo; H.J. van Lummel, Nieuw-Geuzenliedboek
(Utr. 1871) 33 en 34; F.C. Wieder, De Schriftuurlijke Liedekens ('s Grav. 1900), bibliografie nrs XXVI, XCIV en CXI.
van Schelven