den Prins van Portigael, ‘tragische comoedi’ (1635, 1643, 1710), voor een deel ontleend aan No. 24 van L'Heptaméron des Nouvelles (1558) der koningin van Navarre; Kuyssche Roelandyne, ‘blyeynde-spel’ (1636), naar de 42ste novelle van denzelfden bundel; het ‘treur-spel’ Bellaria en Pandostos (1637) en het daarmede samenhangende ‘treur-bly-eyndend' spel’ Dorastus en Fauniaa (1637), beide ontleend aan Robert Greene's novelle Pandosio. The Triumph of Time (1588), welke ook de bron is geweest van Shakespeare's Winters Tale. In het ‘bly-eynde-spel’ Ouden ende Jonghen Hillebrant (1639, 1663) heeft Voskuyl het lied Van den Ouden Hillebrant gedramatiseerd, voor De Boelerende Avantvrade met de kuysche Florinde, ‘tragische-comedi’ (1639), weer gebruik gemaakt van de Heptaméron van Marguérite d'Angoulème, nl. van de 10de en 32ste novelle, en nog eens hetzelfde werk gebruikt (de 51ste en 12de novelle) voor zijn ‘treur-, bly-eynde-spel’ Fiameta (1640). Voskuyl schijnt nog enkele andere drama's te hebben geschreven, die echter niet gedrukt en verloren zijn. Zijne spelen zijn niet in bedrijven afgedeeld; de meeste zijn spoedig van het tooneel verdwenen.
Zie: J.A. Worp in Tijdschrift v. Ned. Taalen Letterkunde XIV (1895), 75-93, 241-259.
Worp