[Vos de Wael, Mr. Antonius Franciscus]
VOS DE WAEL (Mr. Antonius Franciscus), geb. te Zwolle 23 Febr. 1833, gest. te Zwolle 13 Maart 1902, zoon van Mr. Egbertus Ludovicus Antonius Vos de Wael en Anna Maria baronesse van Middachten. Hij studeerde achtereenvolgens aan het College N.D. de la Paix der Paters Jezuïeten te Namen, aan het gymnasium der Paters Jezuïeten te Katwijk en aan de universiteit te Leiden. Hier promoveerde hij 9 Oct. 1856 ‘summa cum laude’ tot doctor in de beide Rechten op een proefschrift: Over conservatoir arrest onder derden. Hij huwde 28 Oct. 1856 te Diepenveen met Richmonde Augusta Judoca Henriette baronesse van Middachten en vestigde zich aanvankelijk te Deventer als advocaat, werd daar gekozen tot lid van den gemeenteraad, bewoonde daarna eenige jaren het landgoed Frieswijk onder de gemeente Diepenveen, en vestigde zich vervolgens in 1868 metterwoon te Zwolle. Hier was hij curator van het stedelijk gymnasium en bestuurslid der ‘Vereeniging t.b.v. Overijsselsch Regt en Geschiedenis.’ In 1871 nam hij als voorzitter deel aan de Deputatie van de nederlandsche katholieken naar het zilveren jubileum van Paus Pius IX. In datzelfde jaar werd hij door de Provinciale Staten van Noord-Braband gekozen tot lid der Eerste Kamer, bleef dit tot Sept. 1883. Alsdan werd hij gekozen tot lid der Tweede Kamer voor het hoofdkiesdistrict 's Hertogenbosch; bleef voor dit district zitting houden tot in 1888, toen de ontbinding der Tweede Kamer plaats had. Bij de daarop volgende verkiezingen werd hij gekozen in dezelfde Kamer voor het kiesdistrict Waalwijk. In 1891, bij den toen ontstanen strijd in de rijen der katholieke partij over de kwestie van den persoonlijken dienstplicht, verloor hij zijn zetel,
die werd ingenomen door den heer Mutsaers. In 1893 werd hij door het kiesdistrict Enschedé wederom naar de Tweede Kamer afgevaardigd, maar verloor in 1897 zijn zetel tegen den candidaat der linkerpartijen, Mr. N.G. Pierson. Sedert dien bleef hij buiten het pelitieke leven. In denk- en leefwijze geprononceerd katholiek, behoorde hij als politicus tot de fractie-Schaepman. Van zijn werkzaamheid als lid der Kamer verdienen bijzondere vermelding zijne bemoeiingen in de kwestie van de verlegging van den Maasmond bezuiden de Biesbosch en in die van de invoering van het bimetallistische muntstelsel.
van Meegeren