van 1867-68 aan de H.B.S. te Zierikzee, van 1868-73 aan die te Zwolle, van 1873-75 aan die te Rotterdam. Tijdens zijn verblijf in laatstgenoemde stad promoveerde hij (19 Mei 1874) aan de groningsche hoogeschool in de letteren op een diss.: 1408-1431; De staatkundige richting van René d' Anjou in overeenstemming met die van zijn stamhuis tot den slag bij Bulquéville. Verder schreef hij een Overzicht van de Aardrijkskunde der geschiedenis tot den tijd der Fransche revolutie (1869); Drie verhalen uit de Middeleeuwen (graaf Leudastes, Willem de Veroveraar en Richard van York), en begon hij aan een nederl. vertaling van K.F. Becker's Wereldgeschiedenis voor het volk (1875), een onderneming die hij slechts tot de eerste afleveringen mocht ten einde brengen; zij werd voortgezet door J. Jongeneel, J.C. Diehl e.a. Voorts schreef hij enkele opstellen in het Ind. weekbl. De Locomotief.
Zie: Alg. Ned. Fam.blad 1883-84, no. 102.
Zuidema