[Torck, Lubbert]
TORCK (Lubbert), heer te Sinderen (Veluwe), overl. omstr. 1548 (20 Sept. ?), zoon van den voorg. en van Margaretha van Egmond, wordt door Henrica van Erp genoemd onder de leden van het gevolg van Hendrik v. Nassau, Floris v. IJselstein, Philips v. Wassenaar e.a., toen dat overnachtte in haar klooster bij Utrecht in 1516 (een bezoek, dat later nog eens herhaald wordt).
In datzelfde jaar veroverden hij en Godschalck Jongema, met 1600 man uit Harlingen vertrokken, Bolsward, hoewel slechts voor kort. Ook buiten Friesland diende hij als overste van Karel V, o.a. om den inval der Gelderschen in Holland te weerstaan, waartoe hij met zijn broeder Willem en andere hoofden der bourgondische partij in Haarlem vergaderd had (1517). Zoo in 1528, toen hij, op bevel van Floris van Egmond, overeenkomstig de bepalingen van den vrede van Gorinchem, Harderwijk, waarvan hij bevelhebber was, Elburg en Hattem, weer aan den gelderschen hertog inruimde. In 1539 werd hij beleend met Neder-Hemert en Sinderen. Kort vóór of in 1548 moet hij overleden zijn, evenals zijn vrouw Hadewig (Heilwich) van Hemert, vrouwe van Hemert en Sinderen, dochter van Joost v.